Begroting 2021
Ondanks de solide en gezonde financiële staat van de gemeente waren er onzekerheden die bij de opmaak van de begroting niet uit het oog mochten worden verloren. Zo hadden we onder andere te maken met nog steeds oplopende kosten binnen het Sociaal Domein. Ook was er nog grote onzekerheid over de verdere financiële gevolgen van de coronamaatregelen. Ook vroeg de invulling van het Interbestuurlijk Programma (IBP) aandacht voor het nemen van duurzaamheidsmaatregelen en klimaatadaptatie. Om toch de ambities waar te kunnen maken én een structureel sluitende begroting te kunnen overleggen waren passende maatregelen opgenomen. Dit zowel ten aanzien van de inkomsten, maar ook ten aanzien van ombuigingen van de lasten.
De begroting en meerjarenraming 2021-2024 was bij de vaststelling sluitend en liet een positief saldo zien van ruim € 5.000. In 2022 € 29.000, in 2023 € 32.000 en 2024 € 19.000.
Voorjaarsnota 2021
In de voorjaarsnota 2021 diende een aantal budgetten te worden bijgesteld. Dit betrof per saldo een negatieve bijstelling van ruim € 121.000. Dit saldo werd verrekend met het begrotingssaldo waardoor het verwachte tekort in 2021 uitkwam op € 116.000. Met name in het programma verkeer, vervoer en openbare ruimte waren er negatieve bijstellingen.
Najaarsnota 2021
In het najaar is vervolgens een vooruitblik gegeven op de jaarrekening 2021. Ook wordt hierin de septembercirculaire verwerkt. Het saldo van de najaarsnota was € 200.000 positief. Het verwachte begrotingsresultaat kwam hiermee nagenoeg op circa € 84.000. Dit op een begrotingstotaal van circa € 84 miljoen.
Jaarrekening 2021
In de najaarsnota was een saldo op de programma's (na verrekeningen met de reserves) gepresenteerd van € 84.000. Dit saldo was gebaseerd op informatie die bekend was begin oktober 2020 en was samengevat in de 20e begrotingswijziging. Een overzicht van de belangrijkste afwijkingen tussen begroting en realisatie treft u hierna aan.
Het jaar 2021 wordt afgesloten met een positief saldo van afgerond € 2.101.000 (na verrekeningen van reserves). Dit is hoofdzakelijk het gevolg van incidentele oorzaken. Een verklaring van de verschillen tussen begroting en rekening is in deze jaarstukken opgenomen.
Een analyse van het jaarrekeningresultaat is te onderscheiden in (incidentele) mee- en tegenvallers. In de uitgebreide toelichting van de verschillen op de diverse programma’s wordt hierop separaat ingegaan.
Hierna is een globaal overzicht opgenomen van de verschillen per programma en een beknopte analyse van het resultaat 2021.
Bedragen * € 1.000 | ||
Programma | Verschillen | |
---|---|---|
Bestuur en Veiligheid | 67 | |
Verkeer, Vervoer en Openbare Ruimte | 334 | |
Economische structuur en toerisme | 183 | |
Onderwijs en kinderopvang | 334 | |
Sport cultuur en recreatie | 137 | |
Sociaal domein | 409 | |
Milieu | 668 | |
Ruimte en wonen | 161 | |
Algemene dekkingsmiddelen | 1.304 | |
Onvoorzien | ||
Verschillen exclusief reserves | 3.598 | |
Verschillen in mutaties reserves | -1.581 | |
Verschil jaarrekening versus begroting | 2.017 | |
Resultaat begroting | 85 | |
Jaarrekeningresultaat | 2.101 |
Claims
Een aantal activiteiten waarvoor lasten waren begroot, is in 2021 door diverse oorzaken niet meer uitgevoerd en doorgeschoven naar 2022. Deze uitgaven (lasten) waren wel onderdeel van de begroting 2021 inclusief wijzigingen. Ook zijn in de decembercirculaire middelen ontvangen om in de toekomst in te zetten voor (nieuwe) taken.
In onderstaand overzicht zijn deze zogeheten claims op het rekeningsaldo opgenomen:
Claims rekeningsaldo | 31-12-2021 |
---|---|
Taakmutaties decembercirculaire | 210.000 |
Compensatie coronacrisis decembercir. | 321.000 |
Advieskosten inzake nieuwe burgemeester | 15.000 |
Totaal | 546.000 |
Beknopte analyse resultaat
In de najaarsnota was een saldo op de programma's (na verrekeningen met de reserves) gepresenteerd van € 84.000. Een beschrijving van de belangrijkste afwijkingen tussen begroting en realisatie treft u hierna aan.
Het jaar 2021 wordt afgesloten met een positief saldo van afgerond € 2.101.000 (na verrekeningen met de reserves). Een analyse van het jaarrekeningresultaat is te onderscheiden in (incidentele) meevallers. Een aantal van deze meevallers is ontstaan door het feit dat activiteiten/werkzaamheden/subsidieaanspraken op een later moment zijn of worden uitgevoerd. Voor deze activiteiten/werkzaamheden/subsidieaanspraken zijn claims op het rekeningsaldo opgenomen. Hierna is een overzicht opgenomen dat bijdraagt in het verkrijgen van inzicht in het saldo van de jaarrekening versus het begrotingssaldo. Bij het samenstellen van dit overzicht zijn verschuivingen of interne verrekeningen binnen de gemeenterekeningen (bijvoorbeeld uren en reserves) zoveel mogelijk geëlimineerd c.q. gecomprimeerd. Dit om de leesbaarheid en herkenbaarheid te bevorderen.
Nr. | Nog uit te voeren posten | |
---|---|---|
Taakmutaties decembercirculaire | 210.000 | |
Compensatie coronacrisis decembercirculaire | 321.000 | |
Advies inzake procedure nieuwe burgemeester | 15.000 | |
Totaal nog uit te voeren posten | 546.000 | |
1 | Wethouderspensioenen | 16.000 |
2 | VRZ | 28.000 |
3 | Parkeerbelasting | 32.000 |
4 | Onderhoud en reiniging wegen, straten en pleinen | 104.000 |
5 | Onderhoud huisvesting basisonderwijs | 30.000 |
6 | Leerlingen- en WMO vervoer | 58.000 |
7 | Onderwijsachterstandenbeleid | 103.000 |
8 | Startgroepen | 90.000 |
9 | Subsidies | 31.000 |
10 | Onderhoud sportaccommodaties | 35.000 |
11 | Rioolfonds | 94.000 |
12 | Afval | 205.000 |
13 | RUD | 40.000 |
14 | Duurzaamheid | 25.000 |
15 | Structuur en bestemmingsplannen | 16.000 |
16 | Verkoop en verhuur gronden | 54.000 |
17 | Leges bouwvergunningen | -153.000 |
18 | ICT onderhoud software | -50.000 |
19 | Rente | 22.000 |
20 | Sabewa | -75.000 |
21 | Dubieuze debiteuren | 117.000 |
22 | Overige Belastingen | 24.000 |
23 | Uitvoering TOZO | 93.000 |
24 | WMO individuele voorzieningen | 34.000 |
25 | Overhead | 118.000 |
26 | Lonen, salarissen en overige personeelslasten | 374.000 |
27 | Overige | 6.000 |
Totaal incidentele mee- en tegenvallers | 1.471.000 | |
Totaal analyse jaarrekeningsaldo | 2.017.000 |
Nog uit te voeren posten:
Dit betreft met name de ontvangsten uit de decembercirculaire welke niet begroot waren. Veel van deze inkomsten zullen in 2022 en verdere jaren worden gebruikt voor de uitvoering van diverse taken.
Incidentele mee- en tegenvallers:
- De actuariële berekening van de voorziening ten behoeve van de wethouderspensioenen bleek een stukje gunstiger dan begroot.
- De VRZ heeft tijdens de coronapandemie gebruik gemaakt van medewerkers van de gemeente. Hiervoor heeft de gemeenten een hoger dan geraamde vergoeding ontvangen.
- Als gevolg van de coronapandemie zijn de parkeeropbrengsten in 2021 afgeraamd. Gebleken is dat deze aframing circa € 32.000 te hoog was.
- De kosten voor het reinigen van wegen zijn fors lager uitgevallen. Ook zijn er in 2021 minder weginspecties geweest.
- Op de diverse locaties waren er minder onderhoudskosten dan geraamd.
- Per saldo is er een voordeel op leerlingen/wmo vervoer gerealiseerd. Met name het aantal ritten in leerlingenvervoer was aanzienlijk lager dan begroot.
- Ten aanzien van het onderwijsachterstandenbeleid krijgt de gemeente een vergoeding vanuit het Rijk. Dit betreft een specifieke uitkering. In 2021 zijn ten laste van deze specifieke uitkering salarislasten over 2019 en 2020 verantwoord. Dit leidt in 2021 tot een eenmalig voordeel.
- De subsidies kinderopvang waren lager dan begroot.
- Subsidies aan sportverenigingen waren lager dan begroot. De verwachte CPI, waarmee de subsidies geïndexeerd worden, was bij begroting te hoog ingeschat.
- De onderhoudskosten voor diverse sportaccommodaties waren lager dan geraamd.
- Conform regelgeving van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) is het overschot op het taakveld riolering gedoteerd aan de voorziening. Bij deze storting is rekening gehouden met de daadwerkelijke salarislasten (uren * tarief), ook dit weer conform de geldende regels vanuit het BBV. De geboekte salarislasten (vastgesteld bij begroting) waren lager.
- Het overschot op afvalstoffenheffing is gestort in de algemene reserve. Wanneer de kostendekkendheid wordt berekend worden de lasten inclusief btw opgenomen. Dit is conform de gelden de wet- en regelgeving. Echter, op de uitgaven wordt de btw wel gecompenseerd vanuit het compensatiefonds. Als gevolg hiervan ontstaat er een verschil tussen het daadwerkelijke overschot en het overschot wat gestort is in de algemene reserve.
- De afrekening van de gemeenschappelijke regeling RUD Zeeland viel voordelig uit.
- In de primitieve begroting 2021 zijn de budgetten duurzaamheid verhoogd. In 2021 zijn niet alle geraamde middelen ingezet.
- De kosten voor structuur- en bestemmingsplannen vielen lager uit dan begroot. Daarnaast waren de ontvangen bijdragen planologische procedures hoger dan geraamd.
- De verkoop van overige gronden is hoger dan geraamd. Dit komt met name doordat eind 2021, na opmaak van de najaarsnota, nog een aantal verkopen gepasseerd zijn.
- Zowel bij de voor- als najaarsnota is er bijgeraamd op leges bouwvergunningen. Dit voor in totaal circa € 300.000. Nu bij jaarrekening blijkt dat deze bijramingen te optimistisch waren. Van deze bijramingen is circa € 153.000 niet gerealiseerd. Een deel hiervan is in 2022 gerealiseerd. Dit zal er hoogstwaarschijnlijk toe leiden dat er in 2022 weer bijgeraamd dient te worden ten opzichte van de primitieve begroting.
- Met name de inkoop en het onderhoud van software waren hoger dan geraamd.
- De renteomslag is lager dan geraamd. Het rentevoordeel is gepresenteerd op taakveld treasury.
- WOZ waardebepaling vindt nu plaats op basis van gebruikersoppervlakte. Hierdoor heeft Sabewa extra werkzaamheden moeten verrichten. Dit leidde voor de gemeente tot een negatieve afrekening van deze gemeenschappelijke regeling.
- Bij bepaling van de post voorziening dubieuze debiteuren heeft er een vrijval van de voorziening plaatsgevonden. Dit leidt in 2021 tot een eenmalig voordeel.
- Met name de baten hondenbelasting zijn hoger dan geraamd.
- Voor de uitvoering van de TOZO heeft de gemeente middelen ontvangen van het Rijk. Deze ontvangen middelen waren niet (volledig) geraamd.
- De lasten voor aanpassingen woonvoorzieningen gehandicapten waren lager dan begroot.
- Op diverse onderdelen zoals griffie, huisvesting, financiën, management, enzovoort is een voordeel gerealiseerd ten opzichte van de begroting.
- Op de lonen, salarissen en overige personeelskosten (zoals reis- en verblijfskosten, opleidingskosten en dergelijke) heeft een onderuitputting plaatsgevonden van circa € 374.000. Deze onderuitputting is met name ontstaan door niet ingevulde vacatures.
- Tot slot nog een overige post van circa € 6.000.