Kerncijfers
Totale oppervlakte verhardingen | 1.741.931 m2 |
---|---|
Waarvan: | |
- gesloten (asfalt) | 424.808 m2 |
- gesloten (beton) | 22.280 m2 |
- open (klinkers, tegels) | 1.266.692 m2 |
- half (gravel, split) | 59.581 m2 |
Beleid
Wegenonderhoud bestaat uit dagelijks klein- en groot onderhoud en rehabilitatie (volledige vervanging wegconstructie aan het einde van de levensduur). De planningen van klein- en groot onderhoud zijn opgenomen in het wegenbeheerplan 2019-2023.
Rehabilitatie maakt geen onderdeel uit van klein en groot onderhoud wegen. De rehabilitatie is opgenomen in het Meerjaren InvesteringsPlan wegen, waarbij de planning wordt afgestemd op de beschikbare middelen en de samenhang met rioleringsprojecten en wegbeheer. Afhankelijk van het project vindt een verdeling plaats tussen rehabilitatiekosten en overige kosten. De middelen worden jaarlijks gedoteerd aan de reserve MIP wegen waaruit de afschrijvingen van de investeringen worden gedekt. Hierdoor blijven voordelen op investeringen als gevolg van subsidies, aanbestedingsvoordelen en onderuitputting beschikbaar voor rehabilitatie.
Bij het opstellen van het wegenbeheerplan is gebruik gemaakt van de beheersystematiek van de stichting CROW, bijgesteld naar aanleiding van de in 2020 uitgevoerde wegeninspecties. Binnen vermelde systematiek worden vier kwaliteitsniveaus onderscheiden, R-, R, R+ en R++. Voor het beheerplan wegen Hulst is uitgegaan van niveau R (laagste onderhoudsnorm zonder overschrijding van de richtlijn en voorkoming van risico’s; verzekerbaar zijn van schades). Voor de vertaling van de technische R-norm naar beeldkwaliteit wordt de B-norm gehanteerd. Door het tijdig uitvoeren van klein onderhoud zoals het repareren van plaatselijke verzakkingen, losliggende tegels, boomwortelschades en dergelijke worden risico’s zoveel mogelijk vermeden, de beeldkwaliteit verhoogd en de service richting bewoners en gebruikers van de openbare ruimte verbeterd.
Met betrekking tot de investeringen in het kader van herinrichting en reconstructie wegen is er in principe sprake van rehabilitatie en dus de mogelijkheid tot het maken van afwegingen over verkeersafwikkeling en/of inrichting. Aanleiding voor rehabilitatie kan ook voortvloeien uit afstemming met andere beleidsterreinen.
Het is belangrijk dat de rehabilitatie van de wegen uitgevoerd wordt. Met andere woorden: aan het einde van de levensduur moeten zowel verharding als fundering volledig vervangen worden. Beschikbaar zijn van middelen voor rehabilitatie is essentieel om rioleringsprojecten en rehabilitatie van wegen op elkaar af te kunnen stemmen.
In het VGRP is bij projecten waar de riolering vervangen wordt, ervan uitgegaan dat uitkomende bestratingsmaterialen hergebruikt worden. De kosten voor het vervangen van de fundering en het opnieuw leggen van de oude materialen worden uit de opbrengst rioolrechten gedekt. Het hergebruiken van het bestratingsmateriaal heeft echter zeer nadelige gevolgen voor de kwaliteit. Voor het vervangen van de verhardingsmaterialen als onderdeel van rioleringsprojecten is gemiddeld ongeveer € 300.000 per jaar nodig. Deze kosten mogen niet ten laste van de voorziening riolering worden gebracht. De middelen voor het vervangen van bestratingsmateriaal bij rioleringsprojecten worden voortaan meegenomen in de planning voor het Meerjaren InvesteringsPlan wegen.
Financieel kader
De onderhoudskosten voor de korte en middellange termijn worden grotendeels bepaald door de huidige kwaliteit van de verhardingen en bestaat uit:
Klein onderhoud:
Het bedrag dat volgens de CROW-systematiek benodigd is voor het uitvoeren van Klein onderhoud aan zowel asfalt- en elementenverharding was geraamd op € 148.300 per jaar. Dit Klein onderhoud kan in eigen beheer worden uitgevoerd. De kosten daarvan zijn reeds in de begroting verwerkt en maken onderdeel uit van de totale kosten voor het dagelijkse onderhoud aan wegen (waarbij ook gladheidsbestrijding, onkruidbestrijding op verhardingen enz. worden uitgevoerd).
Groot onderhoud:
Na de weginspectie is door het wegbeheersysteem een basisplanning gegenereerd. Conform de systematiek is een zogenaamde maatregeltoets uitgevoerd.
Deze maatregeltoets, waarbij kritisch is gekeken naar de gekozen maatregelen en afstemming heeft plaatsgevonden met geplande projecten, heeft geresulteerd in een gemuteerde basisplanning.
Hierin is berekend dat ten behoeve van uitvoering van het Groot onderhoud een bedrag van € 426.640 per jaar benodigd is (prijspeil 2018). Groot onderhoud ter plaatse van geplande projecten voor riolering of rehabilitatie (MIP wegen) is niet meegenomen in de raming van de kosten voor groot onderhoud.
In de begroting was voor 2021 een bedrag opgenomen van € 299.000,- voor uitbesteed groot onderhoud. Er is voor € 163.373,- uitgevoerd. Het onderhoud wordt mede uitgevoerd om schades a.g.v. aanleg of vervanging van nutsvoorzieningen te repareren. Hiervoor wordt van de nutsbedrijven een degeneratievergoeding ontvangen. In 2021 is in de kern Hulst het project aanleg glasvezel uitgevoerd. De degeneratievergoeding die hiervoor ontvangen is, is toegevoegd aan de reserve onderhoud MIP wegen. In de periode 2023-2025, wanneer de verzakkingen a.g.v. de aanleg moeten worden hersteld, zullen deze middelen aan het budget voor onderhoud wegen worden toegevoegd t.l.v. de reserve waaraan ze zijn toegevoegd. Het project Zandberg (a.g.v. vertragingen als gevolg van kabels en leidingen en verlenging subsidie) en onderhoud Dreefken (tevens a.g.v. afstemming nutsbedrijven) zijn niet in 2021 uitgevoerd. Deze middelen zijn in de najaarsnota toegevoegd aan de reserve MIP wegen, om in 2022 te worden uitgevoerd tlv de reserve.
Door creatief om te gaan met de budgetten voor klein onderhoud en het combineren van de onderhoudsplanning van het wegbeheer en de planning van rioolbeheer en rehabilitatie valt, ondanks de budgettaire beperking 94 % van het wegenareaal binnen de gestelde kwaliteitsnormen.
Ten aanzien van de investeringen (rehabilitatie) hebben een aantal projecten vertraging opgelopen. Dat heeft twee oorzaken. De eerste oorzaak is dat projecten vertraging oplopen door het uitlopen van de planning voor vervanging van kabels en leidingen door de nutsbedrijven. En de tweede oorzaak is personele capaciteit. De projecten uit het MIP worden door drie projectleiders voorbereid. Op dit moment is dat een te krappe capaciteit.
In 2021 zijn onderstaande investeringen uit het MIP wegen uitgevoerd:
Overzicht Meerjarig Investeringsplan
Lopende investeringen MIP 2021 | Totaal beschikbaar gesteld krediet | Totaal uitgaven (incl 2021) | (Restant) krediet 2021 | Uitgaven 2021 | Nog te verwachte uitgaven |
---|---|---|---|---|---|
GVVP maatregelen Vogelwaarde (Rapenburg) (2016) | 570.000 | 16.851 | 553.149 | - | 553.149 |
Reconstr. Julianastraat Heikant wegen (2016) | 1.085.647 | 1.085.647 | 300.000 | 35.336 | |
Vernieuwing omgeving Janseniuslaan | 162.473 | 162.473 | 71.947 | 3.420 | |
Reg. Impuls - Havenfort eo incl. camperplaatsen (2017) | 325.000 | 10.709 | 323.761 | 9.470 | 314.291 |
Herinrichting Cloosterstraat (2018) | 879.265 | 869.811 | 11.753 | 2.299 | 9.454 |
Herinr Houtm,Kl.Bag.str....L. Nieuwstr CP (2019)(K) | 915.000 | 299.837 | 877.273 | 262.110 | 615.163 |
Reconstr. Fred. Hendrikstraat (2019)(K) | 305.000 | 267.385 | 82.218 | 44.603 | 37.615 |
Bestrating bij verv. rioolstelsel St.Janst.(2019)(K) | 215.000 | 213.871 | 1.129 | - | 1.129 |
Bestr. bij verv.rioolstelsel Klz fase 1(2019)(K) | 175.000 | 103.423 | 73.450 | 1.873 | 71.577 |
Landbouwroute Vogelwaarde (2018)(K) | 2.725.000 | 71.033 | 2.675.287 | 21.320 | 2.653.968 |
Reconstructie Tivoliweg (2019)(K) | 770.000 | 680.430 | 474.763 | 385.193 | 89.570 |
Bestrating Kloosterzande fase 2 (2020) | 310.000 | - | 310.000 | - | 310.000 |
Bestrating Vogelwaarde fase 1 (2020) | 95.000 | - | 95.000 | - | 95.000 |
Bestrating Plevierstraat Hengstdijk (2020) | 40.000 | - | 40.000 | - | 40.000 |
Rec. Kruising vd Maelstedewg/ Absd. Weg (2021) | 500.000 | 132.798 | 500.000 | 132.798 | 367.202 |
Verv. Rioolstelsel Klz fase 3 bestratingsmateriaal (2021) | 10.000 | - | 10.000 | - | 10.000 |
Rec. Gentsevaart (2021) | 200.000 | - | 200.000 | - | 200.000 |
Verv. Rioolstelsel Vgw fase 2 bestratingsmat. (2021) | 10.000 | - | 10.000 | - | 10.000 |
Vev. Bestrat. Mat Smetstr. Reynaertstr.Tybaertstr. (2021) | 82.500 | - | 82.500 | - | 82.500 |
Afbouw woonrijp. Wittebrug (2021) | 615.000 | 119.566 | 615.000 | 119.566 | 495.434 |
Vervanging bruggen (2021) | 100.000 | - | 100.000 | - | 100.000 |
Vernieuwen bestrating Grensstraat (2021) | 25.000 | 1.383 | 25.000 | 1.383 | 23.617 |
Herstel en verkeersmaatr. Magdalenastr. (2021) | 175.000 | 142.819 | 175.000 | 142.819 | 32.181 |
Reconstructie Glacisweg (2022) | - | 4.286 | - | 4.286 | -4.286 |
Reg. Impuls - grensoverschrijdende bossen (2017) | 252.629 | 252.629 | 60.914 | 60.914 | - |
9.082.385 | 7.668.144 | 1.227.389 | 6.107.563 |
Knelpunten/risico’s
Knelpunten en risico’s
Met het vaststellen van het duurzaam financieel beleid heeft het gemeentebestuur richting gegeven om achterstanden in het onderhoud te voorkomen en de hiermee gepaard gaande risico’s te beperken. Zaken als verkeersveiligheid, externe prioriteiten enz. kunnen ertoe leiden dat de planning bijgesteld moet worden. A.g.v. de huidige economische ontwikkelingen en de forse inflatie zullen de ramingen voor de uitvoering van het onderhoud in de toekomst moeten worden bijgesteld en zijn de thans beschikbaar gestelde structurele middelen mogelijk onvoldoende voor de uitvoering van de vastgestelde planning.
Ontwikkelingen
Om het beheer en onderhoud ook in de toekomst goed vorm te kunnen geven wordt in afstemming met de Basiskaart Grootschalige Topografie (BGT) de wijzigingen in het wegenareaal continu bijgehouden. De MIP’s worden periodiek bijgewerkt en ter besluitvorming voorgelegd.
Sinds 2016 mogen er geen onkruidbestrijdingsmiddelen op verhardingen meer toegepast worden. Het onkruid op de verhardingen wordt verwijderd door gebruik te maken van alternatieve methodes/machines. De ervaringen in 2016 tot en met 2018 wijzen uit dat het verbod op bestrijdingsmiddelen wel een verandering in het straatbeeld geeft. In 2021 is het gewenste kwaliteitsniveau niet overal gehaald als gevolg van ziekte van de medewerkers.